Basisboek integrale veiligheid

Tijdschrift voor Veiligheid

Van ieder artikel kunt u een korte samenvatting raadplegen. Indien u toegang heeft tot de online versie van het Tijdschrift voor Veiligheid kunt u tevens doorklikken naar het gehele artikel.

Boutellier, H. (2011) Jazzy structures. Een slotbeschouwing over de toekomst van veiligheid. Tijdschrift voor Veiligheid, 10, 4, 70-80.

De auteur geeft een beschouwing over de artikelen in deze aflevering naar aanleiding van het tienjarig bestaan van het Tijdschrift voor Veiligheid. Hij constateert dat er op het veiligheidsterrein sprake is van een toenemende hybridisering, subjectivering en fragmentering. Het naar elkaar toegroeien van vormen van veiligheidsbeleid lijkt nog het minst op te gaan voor de gezamenlijke aanpak van sociale en fysieke veiligheid, terwijl dit in de zogenaamde integrale veiligheid juist beoogd wordt. Volgens de auteur komt dat door ‘de morele angel’, die in sociale veiligheid wel, maar in fysieke veiligheid geen dominante rol speelt. De door de auteur geconstateerde verstrengeling van vormen van veiligheid heeft een normatieve grondslag – het gaat om de sociale ordening van een samenleving die steeds ingewikkelder in elkaar steekt. Voor de toekomst ligt een steeds verdergaande responsibilisering voor de hand, waarin de beleving van veiligheid nog belangrijker wordt. Geen groot georkestreerd veiligheidsbeleid, maar jazzy structures zullen daarom het toekomstbeeld bepalen.

 

Boutellier, H. en E. van Marissing (2011) Veiligheidsarrangementen in IJburg. Over de praktijk van de besturing van veiligheid.
Tijdschrift voor Veiligheid, 10, 1, 59-68.

Dit artikel beschrijft en beoordeelt de ontwikkeling van drie zogenoemde veiligheidsarrangementen in de relatief jonge wijk IJburg in Amsterdam. Op basis van bestaande data en aanvullende interviews werden drie kernproblemen in de veiligheidssituatie gelokaliseerd: overlast van jongeren, probleemgezinnen en verborgen crimineel gedrag. Met alle spelers op het veiligheidsveld werden de problemen besproken en aangevuld met andere strategieën. De ontwikkeling kent vier fasen: een objectieve diagnose, een verfijnde analyse ten behoeve van de selectie van kernproblemen, een inventarisatie van actoren en hun rol in de bestaande netwerken en een intensieve bespreking van de tekortkomingen in de bestaande aanpak. Een veiligheidarrangement is een onderzoeksmatig onderbouwd beleidsinstrument gericht op verbetering van de rollen van actoren ter verbetering van het lokale veiligheidsbeleid.

 

R. Prins en H. Boutellier (2010) De lokale voorzorgcultuur. Over de steeds verder naar voren werkende overheid in de aanpak van sociale onveiligheid.
Tijdschrift voor Veiligheid, 9, 2, 3-17.

In de veiligheidsliteratuur wordt de veiligheidsaanpak op uiteenlopende wijze gekarakteriseerd. Er is sprake van een straffende staat, van een preventiemaatschappij en van samenwerking tussen publieke en private partijen en alles daartussen in. Recentelijk klinken er geluiden over een zogenoemde voorzorgcultuur.∗ Dit laatste begrip is onderwerp van dit artikel. Centraal staat het toetsen van het empirische gehalte van de claim dat er steeds meer sprake is van voorzorg in veiligheidsbeleid gericht op sociale onveiligheid. In welke mate en op welke wijze wordt de hedendaagse lokale veiligheidszorg gekenmerkt door het voorzorgprincipe?
Vijf gemeenten binnen de politieregio Utrecht, variërend in omvang tussen grofweg 40.000 en 300.000 inwoners, zijn onderzocht: Amersfoort, Bunschoten, Utrecht, Woerden en Zeist. Van deze gemeenten zijn 153 beleidsmaatregelen met betrekking tot sociale veiligheid getoetst op hun ‘voorzorggehalte’. Daartoe is een model ontwikkeld dat voorzorg plaatst ten opzichte van andere strategieën van veiligheidsbeheersing. Van een daadwerkelijke ‘voorzorgcultuur’ is in de lokale praktijk geen sprake. Wel blijkt dat de hedendaagse, lokale veiligheidszorg wordt gekenmerkt door elementen van het voorzorgdenken.

 

Steden. R. van, M. van Vliet, T. Salman en H. Boutellier (2010) Gemeenschap als bron van positieve veiligheid. Een conceptuele verkenning en aanzet tot empirisch onderzoek.
Tijdschrift voor Veiligheid, 9, 2, 31-47.

Veiligheid is een ‘buzz-word’ dat hoog op de politieke en maatschappelijke agenda staat. Daarbij gaat het meestal om het voorkomen en bestrijden van onveiligheid, dat wil zeggen: om criminaliteit, overlast, terrorisme en ander onheil. We noemen dit ‘negatieve veiligheid’. Minder gebruikelijk is het om te spreken van ‘positieve veiligheid’ – een vorm van veiligheid die nauw samenhangt met het idee van een ‘gemeenschap’. Gemeenschappen bieden de bevestiging van het gevoel erbij te horen en ingebed te zijn. Deze ‘sense of belonging’ krijgt mondjesmaat aandacht in beleid en onderzoek; er is in ieder geval weinig over geschreven. Een belangrijker kwestie is of gemeenschapsgevoel nog wel een reële bron van veiligheid kan zijn. In onze tijden is de traditionele gemeenschap immers grotendeels teloorgegaan? In dit artikel verkennen we de contouren van deze vraag vanuit een gecombineerd sociologisch en cultureel-antropologisch perspectief. Paradoxaal genoeg blijkt het idee van zwakke maatschappelijke verbanden een uitweg.

 

Knaap, P. van der (2010) Veiligheidsbeleid: onderbouwd en effectief? De meerwaarde van beleidshteorieën voor beleid en beleidsevaluatie.
Tijdschrift voor Veiligheid
, 9, 1, 6-21.

Dit themanummer richt zich op de effecten van het sociaal en fysiek veiligheidsbeleid. Over het normatieve uitgangspunt dat beleid effectief moet zijn en dat de positieve effecten groter moeten zijn dan de negatieve effecten, bestaat wel consensus. Maar hoe kan de kans op effectief beleid vooraf worden vergroot? Wanneer is beleid goed onderbouwd en wat telt als bewijs of ‘evidence’ dat beleid zal kunnen werken of heeft gewerkt? Welke beleidsinformatie hebben we daarbij nodig? Centraal in dit artikel staat de bijdrage van beleidstheorieën aan het ontwikkelen en evalueren van beleid en het belang van kwalitatief voldoende beleidsinformatie daarbij. In het artikel wordt ingegaan op recent onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar (1) de onderbouwing van en (2) de beschikbare informatie over het veiligheidsbeleid van het derde en vierde kabinet-Balkenende. Betoogd wordt dat een theoretische onderbouwing van beleidsmaatregelen en een evaluatief gebruik van doelstellingen en indicatoren kunnen bijdragen aan beleid dat niet alleen effectief is, maar waarbinnen ook geleerd kan worden.

 

Pleysier, S. (2008) ‘Integrale veiligheid’ als dogma? Grenzen aan het heersende veiligheidsdiscours.
Tijdschrift voor Veiligheid, 7, 1, 34-46.

 

Marks, P. en A. van Sluis (2006) Laat vertrokken en toch op tijd? Lokaal veiligheidsbeleid in Antwerpen, een voorlopige stand van zaken.
Tijdschrift voor Veiligheid, 5, 4, 5-18.

 

Declerck, J. (2006) Onveiligheid integraal aanpakken: de ‘preventiepiramide’.
Tijdschrift voor Veiligheid, 5, 3, 19-37.